Geschiedenis
De 10 tijdvakken
“Geschiedenis dat is toch niet belangrijk, dat is allemaal al gebeurd!” Of “Die mensen van vroeger zijn toch allemaal dood”. Dit zijn zo een paar opmerkingen van leerlingen als je ze vraagt wat ze van geschiedenis vinden. Onzin natuurlijk! Heel veel van wat er om je heen gebeurt kun je niet begrijpen als je het verleden niet kent. Elke dag staan er wel dingen in de krant die je zonder kennis van de geschiedenis waarschijnlijk niet snapt.
Bij de geschiedenisles gebruiken we de methode Memo. Deze methode bestaat uit een tekst– en werkboek en een E-pack. Hiermee kun je thuis digitaal oefenen met de lesstof. We volgen in de lessen de 10 tijdvakken. Deze tijdvakken zijn in het lokaal prominent aanwezig met daarbij kenmerkende figuren, uitvindingen en materialen. Bekijk het filmpje op YouTube over de 10 tijdvakken
https://www.youtube.com/watch?v=vglHY2d0_0c
De 10 tijdvakken in het geschiedenislokaal
De eerste twee jaren worden de onderwerpen chronologisch behandeld. Zo komen in het eerste jaar de prehistorie, Grieken en Romeinen, de middeleeuwen, de Tachtigjarige Oorlog en de pruikentijd aan de orde. In het tweede jaar beginnen we met de Franse Revolutie. Vervolgens staan onder andere de Eerste en Tweede Wereldoorlog op het programma. Ook wordt er in het tweede jaar aandacht besteed aan staatsinrichting.
Onderwerpen als de Koude Oorlog, Industriële revolutie, Indonesië en cultureel mentale ontwikkelingen na 1945 worden in het derde en vierde jaar behandeld.
In de lessen wordt afgewisseld tussen klassikale opdrachten, video-opdrachten, groepsopdrachten en presentaties. We maken gebruik van de methode maar ook van verschillende bronnen en zelfontwikkeld lesmateriaal.
In de toetsen wordt niet alleen kennis gevraagd maar ook vaardigheden in het lezen en interpreteren van bronnen. Deze typische historische vaardigheid wordt in klas 4 afgerond met een bezoek aan het archief van Nijmegen en een archiefverslag van een zelf gekozen onderwerp.
Tekstbegrip is heel belangrijk bij geschiedenis. Het samenvatten van historische teksten door middel van een begrippennet of mindmap behoord standaard tot het huiswerk en wordt ook getoetst.